De maan keek altijd ongelukkig. Het was of zij zich altijd zorgen om ons maakte, hoe ze vanuit de verte op ons neerkeek in de nachten. Zo geschrokken, en ik kon me het voorstellen. Tussen de bomen zag ze al die vreselijke dingen gebeuren. Ik keek haar altijd met grote ogen aan. Zo onschuldig mogelijk en ik telde de schaduwen die zij maakte in de weilanden. Ik hoopte dat de ergste dingen in die schaduw zouden vallen en dat ze dacht, de maan, dat ik er niet bij hoorde. Ik hoorde er wel bij, ik was een van hen, de mensen. Ik hoopte alleen maar niet zo wreed te blijken.
De maan moet ook hebben gezien wat de mens hier doet op aarde. Hoe we elkaar pijn doen en onszelf. De maan moet zich ook hebben afgevraagd wat die mensen hier eigenlijk doen en of het niet beter was geweest als ze waren weggebleven. De sterren bleven stil. Zij wisten het allang.
Er lopen tranen op je wang Zo ontroostbaar en zo bang Zo gekwetst en zo verlaten Huil gerust, ga maar je gang Je wilt er niet meer over praten Want je bent de liefde moe En als je mij om hulp zou vragen Kom ik vanavond naar je toe
Wees maar niet bang Overwin dat gevoel Het gaat niet vanzelf Ik weet precies wat je bedoelt Nu heb je angst Weet je niet hoe het moet Wees maar niet bang Het komt vanzelf weer goed
Ik zie de onmacht in je ogen Ik hoor de twijfel in je stem Je denkt dat alles je teveel is Het is maar goed dat ik hier ben Geniet eens van de mooie dingen En de mensen om je heen Je hebt zoveel om voor te leven En je bent nooit alleen
De wereld heeft jou zo bedrogen Beloofde veel maar jij kreeg niets Je kijkt me aan met grote ogen Daarin lees ik je verdriet Je worstelt met herinneringen Van onmacht, wanhoop en de pijn Je kijkt niet naar de mooie dingen Je had iemand anders willen zijn
Wees maar niet bang Overwin dat gevoel Het gaat niet vanzelf Ik weet precies wat je bedoelt Nu heb je angst Weet je niet hoe het moet Wees maar niet bang Het komt vanzelf weer goed