Jantje zag eens pruimen hangen,
o, als eieren zo groot.
Hij at ze op en hij genoot,
en niemand die ’t hem verbood.
Als men eens liep, door ’t grote bos, zag men hem zitten op een bank,
of liep hij kranig zonder hoed.
En als hij in het struikgewas verdween, dan hoorde men men zeggen:
“Dat was Jantje, Jantje ruist.
En dit woud, dat is zijn thuis.
Van twijgen maakt hij hier een huis.”
Jantje sliep, daar in zijn bos. En met de vogels stond hij op.
Hij liep en kraaide van plezier, heeft daarmee de hanen gemanierd.
In de steden was hij nooit te vinden
en de mensen had hij nooit gemogen
want op zijn jonge jaar had hij reeds lang gezien
dat zij elkander liefst bedrogen.
Maar Jantje was beleefd en sprak met twee woorden
en wist ondanks de eenzaamheid wat er van hem moest komen.
Want als men vroeg, wat hij, als hij groot was dan wel worden wilde,
dan hoorde men hem zeggen
wat hij niemand uit heeft hoeven leggen:
“Eerlijk, alstublieft.”
Ja, daar zit je dan, en bedenk nu maar eens iets om te schrijven! Jullie verwachten misschien een natuurwetenschappelijk verhaal, maar dan heb je het mis. Ten eerste ben ik veel te veel eerstejaars om hier iets van belang op te kunnen schrijven. Ten tweede ben ik veel te veel Esra, te alfa, te superbèta?
Tja. Superbèta draagt ook niet de meest logische definitie bij zich, maar ík heb het niet bedacht. De bèta die ook alfa is: het gaat wel over mij. We gaan het hebben over onze taal, jawel, het Nederlands.
Het zal de meesten van jullie inmiddels wel opgevallen zijn dat ik me er aan erger als er fouten worden gemaakt in het Nederlands, dat geldt met name voor spelfouten. Maar ondertussen erger ik mij ook aan de spelling zelf. Hoe vaak is deze in de afgelopen jaren veranderd? Het is niet meer bij te houden. Geen wonder dat mensen in de war raken! Geen wonder ook, dat de nieuwste spelling van dit moment door half Nederland geboycot wordt.
Ikzelf doe daar graag aan mee. Want waar zijn al die veranderingen voor nodig? Volgens mij begrijpt men elkaar in Nederland goed genoeg. Volgens mij begrijpen we elkaar zelfs beter, als we ons er niet druk over hoeven te maken dat we bijvoorbeeld namen van volkeren in principe alleen met een hoofdletter schrijven als deze zijn afgeleid van een aardrijkskundige naam. Behalve eskimo’s, omdat deze worden gezien als één specifiek volk, de Inuït, zoals indiaan met een kleine letter wordt geschreven, omdat het een overkoepelende term is voor meerdere volkeren. Maar volgens de oude spelling dan weer niet, omdat eskimo een scheldnaam is voor de Inuït. Jullie begrijpen waarom ik het bij een kleine letter houd.
Dieptepunt van veranderingen is natuurlijk de invoering van het leesteken voor ironie. Totaal nergens goed voor. Sterker nog: waar blijft ironie als we zelf niet meer mogen bepalen dat iets ironisch bedoeld is? Het spijt me, maar je moet wel érg weinig inspiratie hebben als je zoiets gaat bedenken.
De logica in het Nederlands is steeds verder te zoeken. Dat is niet de bedoeling. Een klein beetje snappen we natuurlijk wel dat de stakkers die het steeds veranderen alleen maar hun best doen en niet beter weten, maar dit kan zo niet doorgaan. Je hoort dan ook vaak genoeg: er zouden eens bèta’s aan die spelling gezet moeten worden, dan wordt het allemaal wat logischer. Daar zit wat in. Maar wij bèta’s hebben wel wat beters te doen. Bovendien begrijpen we natuurlijk dat het pas echt logisch is om de spelling met rust te laten. Dan weet iedereen waar hij aan toe is!
Dus stel ik voor om de Neerlandici die zo hun best doen van enig nut te zijn door weer eens aan onze spelling te zitten, volledig te negeren. Als wij als natuurwetenschappers voor logica willen staan, dan doen we dat goed!