Stoomlocomotief
29 juni
29 juni
Als ik tegen bomen schop dan schop ik ook hard.
Ik ben niet snel boos. Maar het leven sputtert mij wat tegen. De dagen willen snel weer korter zijn en ik kan er ook niks aan doen dat er in de trein meer te zien valt dan tussen mij bekenden. Ik wil teveel, misschien.
Soms durf ik me niet aardig meer te voelen. Gelukkig is er morgen weer een dag.
Er bestaan nog woorden waar ik niet bang voor ben. Waarom praten we niet in brieven, dan kon ik de gevaarlijke omzeilen. En de mensen die me soms wat irriteren, al zijn er dat niet veel. Jongens…
Als je niet weet wat je ergens mee aanmoet, kun je het dan het beste links laten liggen? En als je beter kunt zijn, moet je dan toch even goed doen? Ik wil te veel.
Ik hoop dat ik kan leren kleuren met muziek, zoals de wolken wit zijn uit blauw, rood, en groen, en de zonsondergang. En het liefst ga ik het zwart van de piano mengen met het goudkleurige van een saxofoon.
Veel te veel.