In perspectief
De bomen zijn git, gitzwart tegen de avondlucht, zwarter dan inkt, contrast- en diepteloos, plat in hun perfectie.
Totdat de trein gaat rijden. Takken bewegen, kunnen hun vorm en pracht niet langer onthullen: het alle kanten op steken, de geordende willekeur maken het bestaan ervan echt.
Het is de trein, de trein, de trein waaraan je je ooit voor het eerst overgaf, overgave werd vertrouwen, vertrouwen werd liefde en liefde maakt alles mooi. De bomen zijn prachtig maar niet zo volmaakt als de seinpalen die nu en dan voorbij komen en de aandacht afleiden in al hun schoonheid en betekenis. Statisch, statig maar beweeglijk door het rijden van de trein.
De seinpalen volmaakt, de lichten op groen; het allermooist is en blijft het sporadische geraas van een tegenligger, het bijna kunnen voelen van de rukkende wind als ademhaling, het trekken van de strepen die op de ruiten schrijven hoe hard het leven gaat.
Zo waar. Het is haast iets magisch. Maar toen ik voor de eerste keer met de trein meeging, was ik bang dat hij om ging vallen ofzo :P
Je vertelt het erg betoverend ;)
Liefs!
Gelukkig vallen treinen niet zomaar om. Ik ben daar nooit bang voor geweest, maar mijn eerste keer kan ik me ook niet meer herinneren. Mijn ouders hadden geen rijbewijs toen ik klein was, dus we gingen overal met de trein heen.
Ik vind de eerste regel echt heel mooi. ^^
Futurist xD Technofiel=P Of nou ja, vooral treinofiel, geloof ik ;)
Ik kan me iets meer vinden in de beschrijving van de bomen dan die van de seinpalen. Maar ik beschouw mezelf dan ook meer als een Romantica =)
Oh, maar de trein is ook romantisch :D