En toen dacht ik aan de blues
De godvergeten blues: de piano, af en toe de saxofoon en een loepzuivere stem. Dat ben ik, nee, dat zóu ik kunnen zijn. Hoe had ik dat uit het oog kunnen verliezen? Als je alle puzzelstukjes bij elkaar legt is er geen andere oplossing en dat wist ik allang. Ik zou kunnen zingen, ik zou mezelf kunnen begeleiden of een band samenstellen uit mensen die dicht bij me staan, ik zou mijn eigen liedjes kunnen schrijven. Waarom ik dan steeds iets anders doe, ergens anders zoek, ik weet het niet, ik heb werkelijk waar geen idee. Het zal wel makkelijker zijn op de een of andere manier.
Dus heb ik weer die piano niet aangeraakt.
Herkenbaar. Van die mooie ideeën die dan uiteindelijk om de één of andere reden niet doorgaan.
Omdat er veel te veel ideeën zijn om ze allemaal uit te voeren in de weinige tijd die er in deze maatschappij is voor goede ideeën, waarschijnlijk.