En zo zijn de verkiezingen al weer lang voorbij en zitten we in het formatieproces. Erg blij ben ik niet met de uitslag, maar het stemt me wel positief dat de partijen met een progressief klimaatprogramma flink zijn gegroeid.
Nu is er echter nog één ding dat me dwarszit. GroenLinks heeft het hoogste percentage vrouwen binnen zijn kiezers, en de VVD het hoogste percentage mannen. Dat verbaast me niets, en vind ik allemaal prima, maar wat ik niet zo prima vind is de manier waarop de media daar mee om gaan. De NOS: “Vrouwen houden van Klaver”. Algemeen Dagblad: “Vrouwen vallen voor Jesse, mannen gaan voor Mark”. Zie je het verschil tussen de twee delen van die laatste kop? Vrouwen worden zomaar ineens afgeschilderd als hormoonbommen die voor een politiek leider zwichten in plaats van een partijprogramma. Alsof je dat op basis van de cijfers zou kunnen concluderen. Ik heb geen enkele vrouw horen zeggen dat Jesse Klaver knap of leuk is. Daarentegen heb ik wel mannen gehoord over het uiterlijk van Marianne Thieme. Dus áls er al hormoonbommen zijn, dan zou ik het vrouwelijke gedeelte van de bevolking niet als eerste aanwijzen.
Nou probeer ik niet de feministe uit te hangen, maar ik vind het gewoon irritant dat dit soort dingen zo subjectief gebracht worden. Ik hoorde al iemand zeggen: “Blijkbaar doe je als man iets fout als je op GroenLinks stemt”. Als dat de conclusie is die mensen gaan trekken, is het einde zoek. Ik wil er graag even op wijzen dat we die stelling ook om zouden kunnen draaien ten nadele van de VVD. Maar laten we dat niet doen, laten we allemaal onze eigen politieke voorkeur uitdrukken zonder te kijken naar stereotypen. Er zijn al genoeg verschillen, bijvoorbeeld tussen mannen die zakelijk zouden moeten zijn en vrouwen waarvan veel meer menslievendheid wordt verwacht. Is dat niet precies wat de verschillen tussen mannelijk en vrouwelijk kiesgedrag veroorzaakt? Laten we proberen dat los te laten, want als we allemaal in stereotypen blijven denken, worden ongelijkheden alleen maar groter.
Er klinkt gebonk op zolder. Ik zet mijn gedachten even op nul, stop met schrijven. Dat heeft zo toch geen zin.
Ik sluit mijn ogen. Het is een beetje als vroeger, mijn vader die ergens in het huis aan het klussen was. Dan was je alleen, maar toch ook weer niet. Het begin van een knus zaterdaggevoel: voor het eten in bad en daarna in de badjas op de bank, natte haren, met zijn allen naar de televisie kijken.
Hoe afgeleid worden soms ook wel even fijn kan zijn. Ik heb geen flauw idee wie er boven mij bezig is. Wel weet ik dat het niet mijn vader is. Maar in ieder geval timmert er iemand aan de weg, en dat is goed.
De kastelein heeft een grijns op zijn gezicht die wel vastgeroest lijkt. Zijn tanden zijn van de sigarettenrook net zo grijs als zijn lange haar.
Hij is wat gewend. Iedereen die hem in de weg loopt duwt hij simpelweg aan de kant met diezelfde grijns. En toch ziet deze ruimte er niet uit alsof het er vaak vol is. De weinige tafeltjes en versleten inrichting verraden al dat het geen vetpot is om buiten het stadscentrum een kroeg te hebben.
Maar er blijven alleen maar mensen weg als je achter de tap staat te grienen. Dus moet je als kastelein altijd blijven lachen. Lachen en gewoon doorgaan.
10 maart
Geen salaris, geen uitkering, fiets kapot, laptop kapot… Ik hoop dat ik geluk aan het opsparen ben voor de sollicitatie op die ene o zo leuke baan.
Ik ben er echt een beetje klaar mee. Ik werk me compleet achterstevoren om mijn proefschrift op tijd af te krijgen, en wat is mijn dank? Een half salaris, waardoor ik voor de rest van de tijd een uitkering aan moet vragen, en een bonus die me voorgespiegeld wordt maar uiteindelijk toch afgepakt.
En dat geld waar ik recht op heb krijg ik door alle gedoe niet zonder er eerst veertien keer achteraan te moeten gaan bij personeelszaken, de overheid en wie je maar kunt bedenken. Of dan nog steeds niet – in het geval van die bonus – omdat de regeltjes weer zo nodig boven de realiteitszin moeten staan. Alsof ik thuis uit mijn neus zit te eten en niks beters te doen heb dan het constant corrigeren van die lui die het moeten regelen, terwijl je mijlenver van tevoren al ziet aankomen dat het nooit goed gaat door de manier waarop je iets in moet vullen.
En al die mensen die het niet voor elkaar krijgen dat er tijdig geld op mijn rekening wordt gestort ontvangen zelf wel een salaris, terwijl ik nog maar eens zit te ploeteren voor nul waardering. Misschien moet ik hun werkgever eens vertellen dat ik het beter zou doen, ik wil namelijk ook graag een inkomen.