De mist van verliefdheid trekt langzaam op. Alles samen doen wordt vanzelfsprekend, er is niet veel om naar uit te kijken als je altijd bij me bent. Dat is fijn, want ik voel me zelden eenzaam. En eng, want ik voel ook zelden nog dat grote verlangen om bij je te zijn. Veel vaker vraag ik me af of ik wel wil dat gevoelens zo afvlakken. Waar zijn de dagen die bijzonder waren onafhankelijk van wat we deden, alleen maar omdat je bij me was?
Maar af en toe is er weer zo’n dag. Een dag waarop we de gordijnen open doen en alles mooier blijkt te zijn dan het leek. En dan lopen we hand in hand door het witte laken over de velden, tussen de spinnenwebben die met dauw bedruppeld zijn en blinken in het zachte zonlicht, tot we vergeten om ons heen te kijken omdat we in elkaars ogen verdrinken.
De dag begint in het holst van de nacht. Het regent hard, de weg en de berm als een brede beek en niet van elkaar te onderscheiden onder de gitzwarte hemel. Minstens twee uur zullen we onderweg zijn voordat het een beetje licht wordt.
Ik doe mijn ogen dicht. Als ik wakker word en weer voor me kijk schuiven de laatste donkere wolken voor ons weg. Duitsland ontwaakt. Windmolens rustig draaiend boven de horizon, heuvelachtige akkers vol geel bloeiende koolzaad in de nevel. De zon komt tevoorschijn als een rood streepje tussen de wolken in de verte. Dichterbij zie ik de eerste blauwe lucht.
Met enige schrik las ik afgelopen zaterdag de lezersbrief van Florian Teufer op de website van Het Parool. Teufer komt er zomaar ineens achter dat er misschien wel gevoelens omgaan in al die vrouwen die hij ooit gedumpt heeft na een of meerdere avonden in bed. Wat een nare wezens zijn het toch ook. Ze moeten altijd iets te zeuren hebben. Maar dat maakt Teufer niet uit, hij gaat gewoon verder waar hij gebleven was onder het motto ‘zonder hartenleed geen liefde’.
Ik begrijp niet waarom Het Parool iemand als Teufer een platform geeft om zulke schadelijke dingen te beweren. Zonder hartenleed geen liefde. Natuurlijk, daar zit een kern van waarheid in. Evenals zonder dood geen leven, maar dat betekent ook niet dat we zomaar iedereen om zeep mogen helpen. Waar haalt Teufer het recht vandaan om te beslissen dat hij zo respectloos met vrouwen om mag gaan? Hij is een notoire versierder die puur uit egoïsme handelt en via zijn opiniestuk duizenden mannen en vrouwen die datzelfde doen aanmoedigt om vooral zo door te gaan. Tegen die mensen zou ik juist willen zeggen: vraag je eens af waar al die onverschilligheid vandaan komt en wat echt belangrijk is in het leven. Elke avond met een ander in bed duiken noem ik sowieso geen liefde.
Het gebrom van de dieselmotoren verdwijnt langzaam in de verte. En dan is het ineens stil. Heel erg stil. Alleen boomblaadjes ritselen in de wind. Ik spits mijn oren, want dit is zo fijn. Adem de buitenlucht in die ruikt naar het groen in de berm. Hoe lang is het geleden dat ik me even zo dicht bij de natuur voelde? Ik weet het niet. Ik weet wel dat dit soort momenten zeldzaam zijn.
Hij knipoogde in ieder geval. Of het naar mij was, of wellicht zus en mij, hoe moet ik dat met zekerheid zeggen in zo’n mensenmassa? Het was er in ieder geval dicht bij.
Jaren geleden heb ik al besloten om zo veel mogelijk van de optredens en de muziek te genieten en niet als een wanhopige fan oogcontact te zoeken of de aandacht te trekken terwijl je daar vooraan staat. Dat is het namelijk niet waard. Het gaat om de muziek. Gewoon mezelf zijn dus, maar gebleken is dat ik dan toch weer de aandacht trek. Misschien is het omdat ik het leuk vind om te dansen, wat niet echt mijn grootste talent is. Misschien is het omdat zus en ik hard en tweestemmig zingen (je bent zangeres of je bent het niet). Maar ik hoop dat het is omdat ik met volle teugen en een brede lach op mijn gezicht sta te genieten.
En dan is er toch weer oogcontact. Het idee dat je iets van het opgaan in de muziek kunt uitwisselen met het podium is natuurlijk alleen maar mooi.
Die knipoog van Tren na een van Rowwen Hèzes meest meeslepende nummers was daar hopelijk de bevestiging van.