Ezelsoren
Op de harde vloer voor de oude kast. Eén voor één trek ik de boeken naar buiten. Ze stapelen zich op als oude muren, schots en scheef maar als een beschermende plek waar ik kan schuilen.
Ik weet nog niet wat ik zoek.
Mijn polsen zijn stijf. Ik stop en kijk naar de chaos die zich meester maakt van mij. Naar de stoffige kaften, het geelverkleurde papier binnenin de goedkope roman die open viel. De pagina’s krullen zich verder op. Het komt vast en zeker door de droogte. Ik smacht naar de verlichting die nog steeds op zich wachten laat. Een einde aan de eenzaamheid.
Er is zo veel geschreven, maar wat valt er nog te zeggen? Niemand kan mij vertellen waarom de dagen langer worden in augustus. Waarom mijn ziel niet gewoonweg voor zijn eigen wegen kiest.
Was je maar weer hier.
Erg mooi weer!
Dank je!