Ik ging zitten op de pianokruk – met mijn saxofoon – en begon te spelen. Noot voor noot. Zo geconcentreerd dat ik nauwelijks in de gaten had dat de zon langs de muren mijn kant op kroop.
Lange noten, korte noten, snelle loopjes, moeilijke noten. Pagina’s lang. Ik werd er moe van. En terwijl het licht tegen mijn saxofoon op kroop, naar alle kanten brak, me stilletjes omringde in een aureool van goud, betrapte ik mezelf erop dat ik regels had gespeeld zonder me te herinneren welke noten ik had gelezen. Mijn hersenen hadden grepen en ritmes gemaakt zonder zich met pijn en moeite bewust te maken wat er stond.
Ik wist niet dat dat kon.
Dat is de titel van het boek dat ik aan het lezen ben. Geschreven door Babette Porcelijn. Het boek geeft een overzicht van de zichtbare en onzichtbare impact die ons dagelijks leven op onze planeet heeft. Wat we kopen, wat we eten, hoe we wonen en hoe we reizen, en hoe dat alles zich tot elkaar verhoudt. Kortom: wat we het beste kunnen doen om die impact te verlagen. Dit boek laat mij eens te meer zien wat ik eigenlijk al wist: het is helemaal niet zo ingewikkeld om flinke stappen te maken voor het klimaat. Waarom wachten op maatregelen van de o zo trage politiek als we zelf al zo veel kunnen doen?
Maar daardoor raak ik ook eens te meer teleurgesteld. Want ik zie om me heen dat bijna iedereen de ernst van klimaatverandering wel inziet, maar vervolgens verdiept bijna niemand zich erin wat we ertegen kunnen doen. Wil iedereen gewoon zijn eigen leven kunnen leven zonder concessies. Terwijl het écht écht écht niet moeilijk of duur is. Vergeet elektrische auto’s en warmtepompen en zonnepanelen – die zijn geweldig als je het kunt betalen, maar daar zit niet de hoogst haalbare winst. Het is slechts een kwestie van je gewoontes aanpassen. Niet zes dagen per week vlees, maar drie. Niet elk jaar op vliegvakantie, maar om het jaar. En alleen de spullen kopen waar je echt blij van wordt, er vervolgens zuinig op zijn.
Als we dat toch allemaal zouden doen. Ik denk niet dat iemand er minder gelukkig om zal worden – uiteindelijk is het ook goed voor onze gezondheid als de industrie en luchtvaart niet eindeloos blijven groeien, als we schonere lucht inademen en minder vlees eten. En wie er in ieder geval niet ongelukkiger van zullen worden zijn de mensen aan de andere kant van deze planeet, die hun hele bestaan dreigen te verliezen door de opwarming van de aarde.
Edit: zoals Mille Pagine terecht opmerkt zijn we niet ineens safe als we allemaal drie keer per week vlees eten en eens in de twee jaar in het vliegtuig stappen. Minder is altijd beter, zeker wat betreft vliegen. Voor vlees ligt de hoeveelheid die duurzaam beschikbaar is per wereldbewoner waarschijnlijk rond twee porties per week, maar zolang de wereld vol zit met vleesverorberaars is helemaal geen dierlijke producten eten het effectiefst. Het goede nieuws is: als je begint met halveren kom je er waarschijnlijk achter dat je nog wel meer kunt missen :)
En plots is het een echte septemberochtend. Een koele, heiige ochtend, met kleine dauwdruppeltjes op alles wat groeit of gegroeid heeft. Door het nog dichte donkergroen vallen zonnestralen die het daglicht breken. De eikels en beukennoten die al weken op het fietspad liggen krijgen plots een andere betekenis.
Het wordt herfst.
Is het niet prachtig?
September. Hoe langer ik over het woord nadenk, hoe mooier ik het vind.
Het is misschien wel de laatste warme dag van de zomer en ik fiets naar mijn werk. Mijn ogen gaan langs de bermen die eindelijk weer groen zijn. Ik kijk naar alles wat bloeit: de paardenbloemen en het boerenwormkruid, de margrieten en het duizendblad, de korenbloemen en de akkerdistel, de vlasleeuwenbek en het muurhavikskruid, de haagwinde en de weegbree, de springbalsemien en de duizendknoop en natuurlijk de klaver en het koninginnekruid.
Voorbij de berm groeien onrijpe bramen. In de verte koert een duif. De zon glinstert in de bomen met haar lage stralen.
Het is net of de zomer nog moet beginnen.