Vastelaovesvirus
Ik was even bang dat het over kon waaien. Dat het virus misschien toch niet voor altijd in je bloed zit.
Zus is immers voor het tweede jaar op rij afgehaakt. En dat bracht me aan het twijfelen. Want zus en ik, wij hebben precies dezelfde interesses. Of toch niet?
En dus stapte ik op de zaterdag van carnaval een beetje nerveus in de auto. Uitgedost met een nieuw kostuum, waar ik zelf nog extra mooie knoopjes op had gezet, en oorbellen bij had gemaakt, en make-up bij had bedacht, mijn nagels bij had gelakt in alle kleuren van de regenboog.
Waar begon ik nog aan? Ik zag mezelf alweer staan, in de kou op het plein, met pijn aan mijn voeten en een nog kouder biertje in mijn hand terwijl ik buiten de carnaval nooit bier drink.
Ach, je begrijpt al waar dit verhaal naartoe gaat. Eenmaal op het plein was de twijfel meteen vergeten. Want sjoenkelen, dat is gemaakt voor mij, en ik ben gemaakt om te sjoenkelen, en te zingen en te springen. Of zoals Jack Poels het zou zeggen: ik heb nu eenmaal een hoempahart.
En tijd om het koud te hebben, of de pijn in je voeten te voelen, die is er dan niet.
Volgen mij heb je het leuk gehad, super!
Vastelaovesvirus krijgt wel een andere betekenis onderhand… :(
Carnaval. Dat voelt ook alweer als een eeuwigheid geleden…!
Inderdaad. En de gedachte om zo hutje op mutje tussen de mensen gaan voelt op dit moment echt super raar, terwijl er toen helemaal niks raars aan was. Pas 1 maand geleden!
Ooo, geen fotootje van de outfit? Of dan toch minstens van de nagellak!
Zo? :)

Sjoenkelen met een hoempahart <3
<3