Vergeet het maar
Tussen de bloemen stond een bankje dat zich nu al door de nieuwe zomer had laten overwoekeren. Maar in de schaduw, dus geschikt. Er was nog net zichtbaar dat het een mooi wit stenen bankje was, en tussen de jonge takken was nog een plaatsje voor mij.
Toen ik zat, zag ik dat naast me nog precies zo’n plekje was. Het leek ineens zo leeg, dat ik me alleen voelde. Ik was niet anders gewend dan alleen te zijn, het was niet erg om alleen te zijn. Het was wel erg om niet te weten wanneer het eindelijk anders zou worden. Ik wenste dat er iemand komen zou.
Er viel een rups op mijn schoot. Ze hadden het, geloof ik, niet helemaal begrepen. Ik zette hem in het gras. En toen zag ik de vergeet-mij-nietjes pas.
Er was hier helemaal niemand om mij te vergeten.
Zou verdrietigmakend kunnen zijn, maar stiekem vind ik ‘m vooral lief, kan dat?
Ik vind het net iets meer verdrietigmakend dan lief, doordat alleen zijn best wel rot zijn kan.
Ik heb liever dat hij lief is dan verdrietigmakend :)
Mag mooi ook? En herkenbaar (nou ja, niet die rups dan, maar vooral die zin: ‘Het was wel erg om niet te weten wanneer het eindelijk anders zou worden.’)?
Ja, ik heb natuurlijk het allerliefst dat hij mooi is :)
hahaha “toen viel er een rups op mijn schoot”