Een legendarische zomeravond
Het was 19 juli 2013. De laatste avond van de Vierdaagsefeesten en bovendien de verjaardag van mijn collega J.
We besloten met een groepje collega’s de stad in te gaan om hem te verrassen. Hoe? Een collega die vooruit had gedacht, had eerder die week al het telefoonnummer van G, één van de vrienden van J bemachtigd. Het plan was simpel: zo gauw zij in de stad waren zou G ons laten weten waar ze waren, en op die manier konden wij onverwacht voor J zijn neus opduiken.
Helaas was het allemaal niet zo makkelijk als het leek. Het begon al slecht: mijn trein – ik was natuurlijk weer de enige die van buiten Nijmegen moest komen – had vertraging. Maar na wat onduidelijkheid of de anderen op me zouden wachten of niet kwam ik dan toch nog op de afgesproken plek aan net voordat ze in de mensenmassa waren verdwenen.
Dus nu hoefden we alleen nog te wachten op een berichtje van G, en verder was het simpelweg feesten geblazen!
Na een uurtje of twee van het gedruis genoten te hebben zonder iets te horen, vonden we het echter wel erg lang duren. Mijn collega begon te bellen, maar dat viel nog niet mee in een stad met 250.000 feestende mensen. Alle netwerken overbelast.
Een half uurtje later hadden we G dan toch te pakken. En wat zei hij doodgemoedereerd? “Ze waren in het park, maar ik vond het niet leuk dus ik ben weggegaan.”
Geweldig. We besloten naar het park te gaan om te kijken of we J daar konden vinden. Maar ook dat bleek weer een tegenvaller. Om te beginnen moesten we onze tassen laten controleren op zelf meegebrachte drank om bij dit dancefestival naar binnen te kunnen. Maar niet iedereen wilde zijn proviand zomaar weggooien. Dus terwijl bijna iedereen bij de poort wachtte, en ik mijn moeder weer duizendmaal dankte omdat ze me ooit een tasje heeft gegeven waarvan niemand verwacht dat er een flesje water, laat staan ook nog een vest en een paraplu in zit, liepen we met twee man het terrein op. En na tien meter zagen we het al: dit was niet te doen. Duizenden mensen, hutje op mutje.
Dus maar weer terug naar de rest. Wat nu? We besloten J zelf maar een sms’je te sturen, bij gebrek aan een alternatief. Alleen ook dat liep niet zo gesmeerd gezien de overbelaste netwerkverbinding. Zo’n veertig minuten later wisten we dat hij op het Koningsplein was, waar we dan ook maar naartoe gingen.
Ook daar was het echter stervensdruk. Geen doorkomen aan. We besloten op een hoek te gaan staan en J te sms’en waar we waren met de vraag of hij naar ons toe zou komen.
We wachtten een uur, maar geen J.
Dat was het moment waarop we besloten het op te geven. Het was twintig voor twaalf, J zijn verjaardag was bijna voorbij en dit ging gewoon niet werken. Na een eetpauze bij de dönertent en stiekeme maar valse hoop dat we J vanaf dit hoge punt ergens op het plein zouden zien staan, gingen we rond twaalf uur naar een minder drukke plek waar we nog een uur feestten. En toen werd het tijd om naar huis te gaan.
Met zijn drieën overgebleven liepen we richting het station.
Ineens zag ik een bekende gestalte.
“Jongens… Daar heb je J!”
Het was hem echt, samen met een vriend, P. Hoe groot is de kans? We besloten dat we zijn verjaardag niet alsnog ongemerkt voorbij mochten laten gaan en doken de eerste de beste kroeg in. Daar trakteerde J ons op een Foute Wouter, een shotje met tabasco en andere viezigheid. Het was niet te zuipen, en je was ook zomaar niet vergeten dat je het op had, want het brandde heerlijk na op de lippen. Maar het ging om het idee.
En terwijl we in de kroeg aan het kletsen waren, ging P er eens goed voor zitten. Hij sprak me persoonlijk aan. “Wat vind je nou van J?”
Ik was geïntrigeerd door de directe manier waarop deze jongeman me benaderde, door zijn eigenwijze bril, door zijn bijzondere mond.
“Gewoon, een leuke collega”, antwoordde ik, en daarmee was het meteen duidelijk dat deze koppelpoging niet ging lukken. Dus gooide P het over een andere boeg. Niet dat hij uiteindelijk om mijn telefoonnummer vroeg, dus ik snapte er vrij weinig van. Ik moet zeggen dat ik ook niet erg geïnteresseerd was. Maar twee dagen later had ik ineens een berichtje van P, ook wel bekend als Pp, op mijn weblog. (En ja, ik dacht na dat berichtje ook dat hij een ongelofelijke kakker was die stiekem Pieter-Paul heette ofzo, maar dat was gelukkig niet waar.)
Inmiddels hebben P en ik al bijna tien maanden een relatie :)
Naar aanleiding van een tag van Joyce: mijn meest legendarische zomerherinnering.
Ik zie het echt helemaal voor me!
Heel erg leuk!
Haha :)
Haha die Foute Wouter klinkt inderdaad enorm smerig!
Hihi. Ik vraag me af of ik je nu moet aanraden om het een keer te proberen of niet. Nouja je gaat er niet dood aan in ieder geval. Zorg alleen dat het spul niet op je lippen komt :P en als je toch wat voelt: niet met je tong eraan likken, het wordt alleen maar erger dan :P
Haha, wat een goed verhaal. En wat een tactiek zeg, van die P. Gelukkig maar dat je een goed antwoord gaf bij zijn vraag over J :P
Ow wat leuk dit te lezen :) Al is het bijna een frustrerende avond te noemen. Maar de afloop is uiteraard waanzinnig te noemen :D
Haha ja goed hè? Hier zijn we stiekem best wel een beetje trots op :)