Het dwergsein
De trein rijdt door het donker. Ik denk aan vroeger, toen mijn ouders nog geen van beiden een rijbewijs hadden. De hondenkoppen die zich een weg baanden door de avond. Lichtjes trokken voorbij in de verte, maar meestal keek ik daar niet naar, want er was altijd genoeg te doen. Het koffertje met spelletjes dat je bij de Railrunner kreeg. Toen Vierlingsbeek nog een stationsgebouw had, mét loket. Door de conducteur gaatjes in je kaartje laten knippen in de vorm van een locomotiefje. Toen er nog op elke trein een conducteur zat. Door de gangpaden rennen, toen ik nog klein genoeg was om onbeschaamd nieuwsgierig te zijn. Eten, toen mijn moeder nog voor wat lekkers zorgde. Of slapen, want wanneer was ik nou vermoeider dan na een dag spelletjes doen met opa en oma?
Ik vond het allemaal even leuk. Alleen het dwergsein op het station in Aalten, daar was ik altijd een beetje bang voor. Niemand weet waarom.
Als ik nu in de trein zit en naar de lichtjes kijk, voelt het nog even zoals toen. Toen het leven nog overzichtelijk was. Spelen, eten en slapen. Dat het engste wat je had gezien in je bestaan een dwergsein was. Heel misschien ben ik er nog steeds een beetje bang voor.
Wauw, mooi geschreven. :)
Ik ben nu wel benieuwd hoe dat dwergsein eruit ziet. XD
Google! :)
Mooie herinnering :)
Soms is er niks fijner dan zo’n mooie herinnering!
Mooi geschreven!
Onbeschaamd nieuwsgierig. Dat wil ik ook nog wel eens zijn.
Haha ja! Gewoon lekker met je neus erbovenop gaan staan als je iets ziet waarvan je je afvraagt wat daar gaande is. En onbeschaamd keihard zingen, al heeft dat niks met nieuwsgierigheid te maken.
Of, nu ik hier in de trein zit bij iemand die weer eens lekker keihard kauwgom zit te smakken, door de coupé roepen: ‘Die mevrouw eet met open mond, dat is toch helemaal niet netjes??’