Zwaard van Damocles
“Nou, weet je nog wat voor weer we hadden toen ik met Naomi naar Walibi was? Dat was niet echt leuk.”
Terwijl ik het zeg, vormt zich een knoop in mijn maag. Er was nog best veel leuk aan die dag, totdat ik hoorde wat hij ondertussen had gedaan. Daarbij was de regen slechts een van de stofjes die opwaaiden uit zijn lakens en langzaam neerdwarrelden op de vensterbank. Het stofje had niets gedaan, de regen evenmin. Zij kenden geen schuld. Hij wel.
Ik haat de herinnering aan die dag, meer dan alle andere. Ik kokhals wel eens als ik er aan denk, zo verafschuw ik die ene gedachte.
“Maar sowieso waren op die dag alle goden tegen me.”
“Geloof je in God dan?”
Hij snapt het niet. Hij heeft geen idee van wat ik voel. Wil het niet weten, ook. En ik kan niet meer, ik wil er niet meer aan denken, niet meer over praten, niet weer teleurgesteld worden. Ik kan het niet meer. Ik zeg niks.
Totdat de tranen toch komen, uren later, als ik mezelf in zijn lieve ogen weerspiegeld zie. De woorden zijn droog op mijn lippen. De pijn, de tweestrijd. Maar vlijmscherp in mijn hart.
Tja, op zich was het in Walibi nog best leuk. Behalve de drukte en de regen dan.
Maar de rest… :(
Ik vind het echt zo rot voor je. :(
Ik vind het lief dat je met me meeleeft. Thanks xx
Lijkt me echt zwaar rot voor je… Knuffel!
Met momenten wel ja… Dank je!
Walibi is awesome. Wat vervelend dat zoiets dan toch zo’n hele dag verpest.
Niet alleen die dag…