Horizontaal alpinisme
Het water voelt fijn aan. Niet warm, niet koud, gewoon goed. Perfect. Je zou niet denken dat een hele zee in een paar uur tijd kan opwarmen in de zon, maar blijkbaar kan het. Dat het water stinkt ruik ik allang niet meer, het is beter dan de modder waar je tot je knieën in wegzakt en die een centimeter dikke laag achterlaat op je schoenen. Diezelfde schoenen spoelen nu weer even schoon, evenals mijn onderbenen, knieën, bovenbenen… Als het spannend wordt zet ik kleine stapjes, zo hoog mogelijk op mijn tenen. Mijn korte broek, opgestroopt tot aan mijn liezen, blijft voor de derde keer nét droog. Wat een geluk dat ik lange benen heb.
En dan weer verder over de schelpenbanken en door de klei die opspat tot aan je knieën en door je schoenen heen tussen je tenen kruipt. Over miljoenen sliertjes zand die eigenlijk ontlasting zijn van de zeepier. En terwijl we van Schiermonnikoog steeds meer zien, zien we van het vasteland al zeker een uur niets anders meer dan het weerspiegelen van de boomtoppen in het water. De eerste tekenen van leven aan de overzijde: een man die met een kar over het wad gaat. We zijn er bijna. En ook al doet alles pijn, ergens is dat jammer.
Met je voeten in ’t water. Lekker hoor!
Jaaa. Ik wil nog een keer!
Dat klinkt top!
Was het! Ik wil nog een keer! Oh wacht dat heb ik al gezegd :P
wadlopen… yeah :)
Hihi goed samengevat!