Elise
Ze zat voorovergebogen over haar boek en schreef op een blaadje. Ik kon haar gezicht alleen van de zijkant zien. Ik keek naar haar donkere krullen, de lijn van haar kaak, haar donkere wimpers, de ronde lijn van haar wenkbrauwen. Ze was het, ze moest het zijn. Type schoenen, type tas, en haar handschrift vooral: alles klopte.
Maar nog altijd kon ik haar niet in het gezicht kijken.
Haar boek was in het Frans, evenals de woorden die ze schreef, hoewel ik stellig dacht te weten dat ze Duits was gaan studeren. Ach, alle talen boeiden haar.
Het was heel lang geleden en had maar kort geduurd, maar ik kende haar door en door. Ik dacht aan de verdrietige stand van haar ogen, die ik nu niet zien kon. Hoe hard ze altijd werkte, en hoe weinig het voor haar betekende. En toch zou het nooit in me opkomen haar te storen. Het was een kracht die ze uitstraalde, waardoor ik nu al wist dat ik niets zou zeggen, hoe lang we hier ook zouden zitten. Maar die kracht kwam niet uit haar levenslust. Die kracht kwam uit haar depressie.
Ik dacht aan de vrouw die ze had kunnen zijn. Een prachtige vrouw met een prachtige lach. Maar als de vrouw naast mij lachte, zag je enkel weemoed.
Ik dacht eraan hoe we elkaar gekust hadden. Het was zo mooi, maar haar pijn was onhoudbaar, stond overal tussen.
Het boek sloeg dicht. Ze richtte haar hoofd op, recht vooruit, en liep van me weg, verdween. Zonder me aan te kijken, zonder me zelfs maar te zien. Haar ogen keken nooit, ze piekerden slechts.
Mooi geschreven!
Thanks!
Denk dat veel mensen zich te laat beseffen welke persoon ze hadden kunnen zijn… jammer eigenlijk. Diepzinnig stukje vraag me nog steeds af of het een man is die de vrouw ziet of jijzelf.
Een man ;)
Die laatste zin… dat ben ik?!
Dat is niet goed, je moet je leven niet wegpiekeren! (Autocorrectie maakt er wegkieperen van – bijna hetzelfde)
Mooi. Ik zou wel meer over haar willen weten.
Ik ook wel… ;)
Thanks!